Gemeenten vergroenen stroominkoop

De prijs was altijd leidend bij de gemeentelijke stroominkoop. Nu zetten gemeenten met nieuwe contracten de eerste moeilijke stappen naar energieneutraliteit. ‘Het is minder een product geworden, meer projectwerk.’

Klimaatneutraal

Bij Hellemans Consultancy in Den Dolder zien ze het gebeuren: kochten gemeenten tot voor kort hun elektriciteit zo goedkoop mogelijk in, nu dienen de contracten steeds meer als instrument om de energievoorziening te verduurzamen. Wat ook wel voor de hand ligt: zo’n beetje alle gemeenten willen klimaatneutraal worden en de landelijke doelstelling is om in 2030 49 procent minder CO2 uit te stoten dan in 1990.

Inkoopkracht

Aan een grote houten tafel in de kantine van het kantoor in Den Dolder zitten business developer Paul Eijkman en consultants Christiaan van Dijk en Tjeerd Kuiper. Door in het stroomcontract te verlangen dat de leverancier nieuwe windmolens, zonnepanelen of een biomassacentrale bouwt, zo geven de drie aan, kun je als gemeente de energietransitie mooi een duw in de rug geven. ‘Je moet wel een bepaalde inkoopkracht hebben’, waarschuwt Van Dijk. ‘Grote gemeenten kunnen dat in hun eentje, kleinere gemeenten organiseren zich daarvoor steeds meer regionaal.’ Hij schat dat het contract zo’n 40, 50 gigawattuur per jaar moet omvatten, wil je het als duurzaamheidsinstrument kunnen inzetten.

Lastige puzzel

Hellemans ondersteunt zo’n 120 gemeenten bij het aangaan van een nieuw energiecontract. ‘Ze weten niet altijd wat de markt kan bieden, maar ook niet wat ze nodig hebben’, is Eijkmans ervaring. Het is dan ook een lastige puzzel: aan de ene kant daalt het stroomverbruik door energiebesparingsmaatregelen en eigen zonnepanelen, aan de andere kant wordt gas vervangen door warmtepompen of andere energiebronnen. ‘Het is een integraal vraagstuk’, oordeelt Eijkman. ‘Het is minder een product geworden, meer projectwerk.’

Belangrijke stap

Dat heeft ook projectleider duurzame stroominkoop René Holslag van de gemeente Nijmegen ervaren. Hij begeleidde de stroominkoop voor zeventien gemeenten in de regio Arnhem-Nijmegen die hun nieuwe energiecontract hebben aangegrepen om het onderste uit de duurzaamheidskan te halen. Net als Den Haag gebruiken de gemeenten hun inkoopkracht om de leverancier te laten investeren in nieuwe, duurzame energieopwekking. Maar naast deze additionaliteitseis verlangt het contract, goed voor pakweg 10 miljoen euro per jaar, dat die duurzame energie in de eigen regio wordt opgewekt. Dat is ‘de kern van de aanbesteding’, aldus Holslag, en een belangrijke stap naar energieneutraliteit.

Circulariteitseis

Kers op de duurzaamheidstaart is de eis dat de nieuwe energieproductie circulair-economisch is. ‘We hebben eisen gesteld aan de materialen van de windmolens en zonnevelden en hoe ze geproduceerd worden. Het is tot in de haarwortels duurzaam.’ De aanbesteding is gewonnen door De Groene Stroomfabriek, een lokale energieproducent die een geloofwaardige lijst van regionale duurzame-energieprojecten kon overhandigen die ze binnen vijf jaar zou realiseren en bovendien de goedkoopste was. Vanaf 2018 levert deze de stroom aan de zeventien gemeenten.

Visiedocument

Holslag licht toe hoe het traject van aanbesteding en voorbereiding daarop is verlopen. ‘Zo’n proces begint, zeker als je met meer gemeenten bent, met een visiedocument. Je haalt alle gemeenten bij elkaar en gaat brainstormen: wat willen we nu eigenlijk? Die visie laat je in alle gemeenteraden vaststellen.’ Het klinkt eenvoudiger dan het is. ‘Draagvlak creëren is een project in het project, daar gaat heel veel tijd in zitten. Omdat het niet eerder gedaan is, ben ik daar ongeveer twee jaar mee bezig geweest: een gedragen visie met voldoende middelen erachter.’

Risico’s

In zijn team verzamelde Holslag duurzaamheidsdeskundigen, energiebeheerders, contractmanagers en ook een risicomanager. ‘Bij zo’n proces dat je nooit eerder gedaan hebt, moet je verkennen welke risico’s je loopt’, verklaart hij. Hellemans Consultancy maakte Holslags team bekend met de energiemarkt. ‘Hoe werkt dat financieel met gvo’s [duurzaamheidscertificaten, red]? Hoe zit die stroomprijs in elkaar? Hoe krijgen energiemaatschappijen hun business case rond? Dat moesten we snappen om een contract aan te bieden waarmee ze konden omgaan.’ Inmiddels geldt de aanpak van Arnhem-Nijmegen, waarbij voor het eerst nieuwe investeringen zijn geëist, als voorbeeld voor andere gemeenten. Consultant Kuiper ervaart dat in zijn contacten met gemeenten: ‘Het komt vaak op tafel en dan wordt gezegd: zoiets willen wij ook.’

Voordelen

Holslag is een jaar of vier met de voorbereiding bezig geweest, maar de voordelen zijn groot, vindt hij. ‘Door het op deze manier te doen, zorg je ervoor dat je een groot bedrag als investeringsgeld in je regio houdt. Dat betekent werkgelegenheid, een mooi bijkomend voordeel dat je binnenhaalt en anders wegvloeit naar andere regio’s of zelfs het buitenland.’ Volgens een schatting van de regio zou het om ongeveer 50 miljoen euro gaan.

Niet duurder

Volgens Holslag is zijn regio met deze duurzame aanpak niet duurder uit, al is de prijs van de gvo’s aan het stijgen ‘omdat iedereen duurzaam wil. Een gvo van Nederlandse wind was destijds 3 euro en dat loopt nu al tegen de 7 euro.’ Hoewel die 7 euro bij een jaarverbruik van 80 gigawatt (het verbruik van de regio in 2018) leidt tot een kostenpost van 560.000 euro, is het aandeel van de gvo’s toch maar klein in vergelijking met de totale kosten, stelt Holslag. Bovendien krijg je er wat voor terug: ‘Als je van een leverancier vraagt dat hij gaat investeren in nieuwe opwek, dan gaat het om heel veel geld. Dus dan moet je ook zekerheden bieden. Aan de ene kant de zekerheid van een langdurig contract, in Arnhem-Nijmegen maximaal twintig jaar, en aan de andere kant een goede prijs voor de gvo’s.’

(Bron: Binnenlands Bestuur | Harry Perree)